maandag 12 juni 2017

Hoofd- en deelvragen

Hoofdvraag:
Hoe hebben de wereldoorlogen de literatuur beïnvloed?

Deelvragen:
1. Hoe zag de literatuur er voor de eerste wereldoorlog uit?
2. Wat voor schrijfkunst was typisch voor het interbellum?
3. Waren er nog bepaalde stromingen in die tijd?
4. Wat veranderde er in de literatuur toen Hitler aan de macht kwam?
5. Wat voor invloed heeft de tweede wereldoorlog gehad op de literatuur?

Hoe de wereldoorlogen de literatuur hebben aangepast (hoofdtekst)

Hoe hebben de wereldoorlogen onze literatuur aangepast? Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet je eerst weten wat de toestand was voor het interbellum, tijdens de eerste wereldoorlog en tijdens de tweede.  Om het gevolg te weten, moet je de oorzaak kennen. Daarom beginnen we eerst met wat de situatie was voor de wereldoorlogen.Daarna gaan we kijken wat er in die hectische periode allemaal gebeurde en aan het einde kijken we hoe de literatuur dus veranderd is.

In de tijd voor de eerste wereldoorlog stonden het impressionisme, naturalisme, symbolisme en de neoromantiek centraal. Dit waren de manieren waarop schrijvers te werk gingen voor de eerste wereldoorlog. Samengevat kan je zeggen dat ze in die periode schreven over onder andere, een nabij hangend noodlot, hoe de mens ontstaan was, of hoe dingen ervaart werden, anders dan ze eigenlijk waren. Ook belangrijk is dat ze allemaal nauw samenhangen, ze reageren op elkaar. Het symbolisme reageerde bijvoorbeeld op het impressionisme en het naturalisme.
Hoe schreven ze dan in de periode van het interbellum? Er ontstond in de periode 2 nieuwe stromingen. De radicale variant en de gematigde.  De radicale avant-garde was letterlijk een nieuwe manier aan het zoeken om hun kunst uit te beelden. Terwijl het gematigde modernisme een nieuwe manier van schrijven gebruikte. In plaats van letterlijke uitdrukkingen zouden ze gebruik maken van een uitgebreide omschrijving, om de tekst een diepere betekenis te geven.
Hitler had zeker ook een grote invloed, en niet alleen op de industrie en de politiek. De avant-garde was geboren. Zoals eerder gezegd gingen ze opzoek naar nieuwe manieren om hun kunst te verbeelden. Naast nieuwe onderwerpen en schrijfwijze gingen sommige extremisten de straat op om hun kunst te vertonen.  De avant-garde bestaat uit meerdere verwante bewegingen zoals dadaïsme, kubisme, expressionisme, futurisme en het constructivisme. Ze volgden dus ook niet allemaal dezelfde richtlijnen. Om een voorbeeld te nemen, te futuristen begonnen een toekomst perspectief uit te denken en die via hun werk te realiseren.
De schade achtergelaten door de tweede wereldoorlog is immens groot. Schrijver wouden niet langer meer schrijven over zoete rijmpjes en blije onderwerpen, als de realiteit zou duister was. Ze moesten het onder ogen zien, de literatuur was door deze duistere omhelzing compleet veranderd. Ook kwam er nog een nieuw soort literatuur, namelijk de oorlogsdagboeken. Door mensen geschreven om hun trauma’s te verwerken, en door ons gebruikt om een beeld te scheppen van de oorlog en de situaties die amper te bedenken zijn.

De literatuur is dus gegaan van gevoel naar een meer realistischer en duister standpunt. Er werden nieuwe vormen ontdekt en we werden veel creatiever in het bedenken van nieuwe vormen. Het interbellum gaf daarmee wel geboorte aan de avant-garde, die een grote invloed hadden op de huidige samenleving.  Om de toekomst te veranderen moet je eerst weten wat er in het verleden gebeurt is.

Bronnen: https://www.literatuurgeschiedenis.nl/20ste/literatuurgeschiedenis/lg20007.html

zondag 11 juni 2017

De tweede wereldoorlog en literatuur

De tweede wereldoorlog heeft een hele grote invloed gehad op onze cultuur, zelfs nu nog.
Herdenkingsdag en Bevrijdingsdag gedenken beide de oorlog, de ene de slachtoffers,  de ander herdenkt het feit dat wij vrijheid hebben. Ook zijn er veel documentaires en artikelen te vinden. Soms zie je een krantenbericht over een ontdekking van een bom uit de oorlogstijd die nooit af is gegaan, of een nieuw dagboek bijgehouden door iemand uit die periode.

Voor schrijvers uit die tijd was schrijven een manier om hun trauma’s te verwerken, daarnaast is het ook een manier om ons verleden te bewaren en te begrijpen. Ook geven ze vorm aan de oorlog. De vele dagboeken en romans geven ons in het heden een idee hoe de oorlog was. Maar zo zien we het ook vanaf meerdere kanten, meerdere standpunten van verschillende mensen die het mee hadden gemaakt.
De dichter Adorno stelde dat het barbaars is om na Auschwitz een gedicht te schrijven.
De stelling van hem betekende waarschijnlijk dat je niet meer kon aanzetten met de oude dichtvorm. Na de holocaust kon je volgens hem niet meer terecht met je zoete rijmpjes.
Deze mening werd gedeeld door Lucebert  die op een ironische manier dit vertelt. Namelijk met poëzie, door te zeggen dat de poëzie van voor de oorlog niet langer mogelijk is en dat de literatuur zich moet aanpassen op deze harde waarheid.


De tweede wereldoorlog bracht een grote verandering met zich mee. Er werden veel bijzondere werken geboren in de vorm van dagboeken uit de oorlog, de bekendste het dagboek van Anne Frank. De poëzie stond ook niet stil. De mening ontstond dat het over was met de oude dichtvorm. Je kon niet langer aanzetten met dat zoete gedoe. Want dit was de harde waarheid. 

De literatuur voor het interbellum

In de tijd voor de eerste wereldoorlog stonden het impressionisme, naturalisme, symbolisme en de neoromantiek centraal. 

In het impressionisme waren het weergeven van zintuiglijke waarnemingen en sfeer heel belangrijk. Ze probeerden ook de werkelijkheid weer te geven zoals die ervaren werd en niet zoals het eigenlijk was. Het impressionisme was een voortzetting van en reactie op het realisme. In de literatuur zag je vaak het heel nauwkeurig uitbeelden van nuances, indrukken en gevoelens terugkomen. De literatuur werd in die tijd vooral in de vorm van poëzie geschreven.

In het naturalisme werd niet alleen alles beschreven, maar werd vooral ook verklaard hoe het leven van mensen geworden is tot hoe het is. Dit werd meestal uitgelegd met behulp van drie factoren: erfelijke aanleg, het milieu waarin iemand opgroeit/opvoeding en de tijd waarin diegene leeft. In romans liet men meestal zien hoe de mens van die drie factoren afhankelijk is. Vooral familieromans, psychologische romans en sociale romans waren belangrijk in die tijd.  Ze hadden ook het idee dat het leven van de mens volledig wordt bepaald door het noodlot. Het naturalisme was ook weer een verdere uitwerking van het realisme. Belangrijke naturalistische auteurs waren: Beweging van Tachtig, Frederik van Eeden, Herman Gorter en Louis Couperus.

In het symbolisme was het zichtbaar maken door middel van symbolische taal belangrijk en de taal die ze gebruikten kan altijd naar iets verwijzen en op meerdere manieren worden opgevat. Ook was het duidelijk maken dat de werkelijkheid die je ziet niet de echte werkelijkheid is, maar een afspiegeling van een hogere werkelijkheid erg belangrijk. Het symbolisme is een reactie op het impressionisme en naturalisme.

De neoromantiek was ook een reactie op het impressionisme en het naturalisme. Het noodlot blijft aanwezig, maar nu wordt het gezien als iets bovennatuurlijks en geheimzinnigs. In de neoromantiek hadden ze voorkeur voor het geheimzinnige en fantastische: verleden, exotische streken, eenzaamheid, zwerflust, verzet tegen de maatschappij, onvervulde verlangens etc. Ook de griezelroman, detectiveroman en sciencefiction waren belangrijke onderdelen. Een paar voorbeelden: R.L. Stevenson, Dr. Jekyll and Mr. Hyde, 1886, Arthur Conan Doyle (Sherlock Holmes) en Bram Stoker, Dracula, 1896. Belangrijke Nederlandse neoromantische auteurs zijn onder andere: J.H. Leopold, Arthur van Schendel en J.C. Bloem.

De nieuwe schrijfkunst in het interbellum

In de tijd na de eerste wereldoorlog was er van alles aan de hand in Nederland, zowel politiek als in de literatuur. Zo werd bijvoorbeeld in 1917 het kiesrecht voor mensen ingevoerd en twee jaar later, in 1919 het kiesrecht voor vrouwen ingevoerd. Ook was er opkomst van het fascisme en het nationaalsocialisme.  Ook was er in 1929 crisis in Nederland. Dit had veel te maken met alle veranderingen in de literatuur.
Tijdens het interbellum werd er onderscheid gemaakt tussen publiekschrijvers, die realistische romans schreven en tussen eliteschrijvers. Ook was er tijdens het interbellum veel doorwerking van de romantiek, maar ook aansluiting op de avant-garde. Er was veel strijd tussen traditie en vernieuwing in die tijd. De neoromantiek was een belangrijke nieuwe stroming in die tijd. Kenmerken voor deze stroming in de literatuur zijn de neiging de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten, wat vooral tot uiting komt in de beschrijving van het bovennatuurlijke en geheimzinnige van alles en de verbeeldingskracht kwam ook weer centraal te staan. Andere dingen die typisch zijn voor de neoromantiek zijn: zwerflust, afzetting tegen de maatschappij, het hebben van onvervulde verlangens en het reizen naar het verleden. Mede hierdoor maakte de historische roman een heropleving door.  Vooral in het Verenigd Koninkrijk speelde de neoromantiek een belangrijke rol in de literatuur, waardoor genres zoals de griezelroman, sprookjes, de detectiveroman en de sciencefictionroman zeer populair werden.
Het modernisme was ook een belangrijke stroming tijdens het interbellum. Het vroeg veel van het intellectueel vermogen van de lezer en ook een actieve leeshouding was nodig. Centraal stond het feit dat er twijfel was dat de mens zichzelf in de werkelijkheid zou kunnen kennen. Wat ook typerend was voor het modernisme was dat een vervreemd voelend individu vaak centraal stond. Een ander kenmerk van het modernisme was het zogenaamde ‘stream of consciousness’. Hiermee bootst de schrijver het menselijk denken na door weergave van een ononderbroken stroom van ideeën, gevoelens, observaties en herinneringen. In tegenstelling tot andere verhalen in die tijd, kan het thema ineens veranderen of het verhaal kan plots een andere richting uitgaan.
‘Vorm’ en ‘vent’ was ook iets typisch voor die tijd. Bij ‘vent’ ging het vooral heel erg om de inhoud en bij ‘vorm’ ging het erom dat het literaire werk als losstaand gegeven werd gezien. Ter Braak en du Perron zijn voorbeelden van schrijvers die aan de kant van ‘vent’ stonden, terwijl bijvoorbeeld Marsman en Nijhoff aan de kant van ‘vorm’ stonden.
Belangrijke schrijvers in die tijd waren: Marsman, Nijhoff, van Ostaijen, Bordewijk, ter Braak en du Perron.  Marsman was een van de belangrijkste Nederlandse vertegenwoordigers van het expressionisme en het vitalisme, ook was hij een van de weinige vooroorlogse Nederlandse dichters die vond dat persoonlijke vitaliteit het antwoord op de dood en ontreddering diende te zijn. Zijn werk ‘Verzen’ was ook heel populair in die tijd.

‘Forum’ was ook iets wat belangrijk was tijdens het interbellum. Forum werd opgericht door de Nederlandse auteurs Menno ter Braak en E. du Perron en de Vlaamse schrijver Maurice Roelants. Het blad groeide vrijwel onmiddellijk uit tot het belangrijkste literaire tijdschrift tussen de wereldoorlogen en behield zijn belang nog tot lang daarna, hoewel het maar vier jaar heeft bestaan.

Invloed van Hitler

Tussen de 2 wereld oorlogen ligt de periode het interbellum. Een periode waar veel politieke spanning was. Onder andere ook in Duitsland al heeft Hitler op zich zelf geen veranderingen veroorzaakt heeft hij wel bijgedragen aan deze politieke spanning. En deze spanning heeft gezorgd voor een bijzondere stroming: de historische avant-garde.

De avant-garde bestaat uit meerdere verwante bewegingen zoals dadaïsme, kubisme, expressionisme, futurisme en het constructivisme. Auteurs in de avant-garde vonden dat poëzie een nieuwe werkelijkheid laten zien er was behoefte aan nieuwe onderwerpen maar ook op een andere en nieuwe manier de inhoud en de vorm veranderde. Hoe erg de literaire traditie gebroken werd door de avant-garde is te zien in de bundel Bezette Stad (1921) van Paul van Ostaijen. Er is te zien dat alle vormen van dichten verdwenen zijn zoals rijm. Maar ook de inhoud gaf kritiek op de maatschappij. Alle waarden van de 19de eeuw werd gepresenteerd als een circus act dus belachelijk gemaakt.

De historische avant-garde past goed bij het interbellum omdat de veranderingen in de literatuur gepaard gaan met veranderingen in techniek en het dagelijks leven.  En natuurlijk de spanning die tussen de oorlogen was ontstaan mede door Hitler vooral vanaf de tijd dat hij regeerde zorgde hij voor veel druk onder de bevolking.