De tweede wereldoorlog heeft een hele
grote invloed gehad op onze cultuur, zelfs nu nog.
Herdenkingsdag en Bevrijdingsdag
gedenken beide de oorlog, de ene de slachtoffers, de ander herdenkt het feit dat wij vrijheid
hebben. Ook zijn er veel documentaires en artikelen te vinden. Soms zie je een
krantenbericht over een ontdekking van een bom uit de oorlogstijd die nooit af
is gegaan, of een nieuw dagboek bijgehouden door iemand uit die periode.
Voor schrijvers uit die tijd was
schrijven een manier om hun trauma’s te verwerken, daarnaast is het ook een
manier om ons verleden te bewaren en te begrijpen. Ook geven ze vorm aan de
oorlog. De vele dagboeken en romans geven ons in het heden een idee hoe de
oorlog was. Maar zo zien we het ook vanaf meerdere kanten, meerdere standpunten
van verschillende mensen die het mee hadden gemaakt.
De dichter Adorno stelde dat het
barbaars is om na Auschwitz een gedicht te schrijven.
De stelling van hem betekende
waarschijnlijk dat je niet meer kon aanzetten met de oude dichtvorm. Na de
holocaust kon je volgens hem niet meer terecht met je zoete rijmpjes.
Deze mening werd gedeeld door Lucebert
die op een ironische manier dit vertelt.
Namelijk met poëzie, door te zeggen dat de poëzie van voor de oorlog niet
langer mogelijk is en dat de literatuur zich moet aanpassen op deze harde
waarheid.
De tweede wereldoorlog bracht een
grote verandering met zich mee. Er werden veel bijzondere werken geboren in de
vorm van dagboeken uit de oorlog, de bekendste het dagboek van Anne Frank. De
poëzie stond ook niet stil. De mening ontstond dat het over was met de oude
dichtvorm. Je kon niet langer aanzetten met dat zoete gedoe. Want dit was de
harde waarheid.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten