zondag 11 juni 2017

De nieuwe schrijfkunst in het interbellum

In de tijd na de eerste wereldoorlog was er van alles aan de hand in Nederland, zowel politiek als in de literatuur. Zo werd bijvoorbeeld in 1917 het kiesrecht voor mensen ingevoerd en twee jaar later, in 1919 het kiesrecht voor vrouwen ingevoerd. Ook was er opkomst van het fascisme en het nationaalsocialisme.  Ook was er in 1929 crisis in Nederland. Dit had veel te maken met alle veranderingen in de literatuur.
Tijdens het interbellum werd er onderscheid gemaakt tussen publiekschrijvers, die realistische romans schreven en tussen eliteschrijvers. Ook was er tijdens het interbellum veel doorwerking van de romantiek, maar ook aansluiting op de avant-garde. Er was veel strijd tussen traditie en vernieuwing in die tijd. De neoromantiek was een belangrijke nieuwe stroming in die tijd. Kenmerken voor deze stroming in de literatuur zijn de neiging de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten, wat vooral tot uiting komt in de beschrijving van het bovennatuurlijke en geheimzinnige van alles en de verbeeldingskracht kwam ook weer centraal te staan. Andere dingen die typisch zijn voor de neoromantiek zijn: zwerflust, afzetting tegen de maatschappij, het hebben van onvervulde verlangens en het reizen naar het verleden. Mede hierdoor maakte de historische roman een heropleving door.  Vooral in het Verenigd Koninkrijk speelde de neoromantiek een belangrijke rol in de literatuur, waardoor genres zoals de griezelroman, sprookjes, de detectiveroman en de sciencefictionroman zeer populair werden.
Het modernisme was ook een belangrijke stroming tijdens het interbellum. Het vroeg veel van het intellectueel vermogen van de lezer en ook een actieve leeshouding was nodig. Centraal stond het feit dat er twijfel was dat de mens zichzelf in de werkelijkheid zou kunnen kennen. Wat ook typerend was voor het modernisme was dat een vervreemd voelend individu vaak centraal stond. Een ander kenmerk van het modernisme was het zogenaamde ‘stream of consciousness’. Hiermee bootst de schrijver het menselijk denken na door weergave van een ononderbroken stroom van ideeën, gevoelens, observaties en herinneringen. In tegenstelling tot andere verhalen in die tijd, kan het thema ineens veranderen of het verhaal kan plots een andere richting uitgaan.
‘Vorm’ en ‘vent’ was ook iets typisch voor die tijd. Bij ‘vent’ ging het vooral heel erg om de inhoud en bij ‘vorm’ ging het erom dat het literaire werk als losstaand gegeven werd gezien. Ter Braak en du Perron zijn voorbeelden van schrijvers die aan de kant van ‘vent’ stonden, terwijl bijvoorbeeld Marsman en Nijhoff aan de kant van ‘vorm’ stonden.
Belangrijke schrijvers in die tijd waren: Marsman, Nijhoff, van Ostaijen, Bordewijk, ter Braak en du Perron.  Marsman was een van de belangrijkste Nederlandse vertegenwoordigers van het expressionisme en het vitalisme, ook was hij een van de weinige vooroorlogse Nederlandse dichters die vond dat persoonlijke vitaliteit het antwoord op de dood en ontreddering diende te zijn. Zijn werk ‘Verzen’ was ook heel populair in die tijd.

‘Forum’ was ook iets wat belangrijk was tijdens het interbellum. Forum werd opgericht door de Nederlandse auteurs Menno ter Braak en E. du Perron en de Vlaamse schrijver Maurice Roelants. Het blad groeide vrijwel onmiddellijk uit tot het belangrijkste literaire tijdschrift tussen de wereldoorlogen en behield zijn belang nog tot lang daarna, hoewel het maar vier jaar heeft bestaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten